Hoe hebben we dit opgelost?

Eerst controleerden we het betacaroteengehalte in het bloed van de koe. Deze informatie werd vervolgens gebruikt om de benodigde hoeveelheid betacaroteen-supplementen te bepalen. De benodigde hoeveelheid betacaroteen is ook afhankelijk van de lactatieperiode van de koe. In dit project werd 500 mg betacaroteen toegediend 4 weken vóór het kalven en 4 weken na het kalven. Na twee weken betacaroteen aan de voeding te hebben toegevoegd, steeg het betacaroteengehalte in het bloed van 2 tot 3 (µg/mL).

De integratie van betacaroteen in het rantsoen leverde goede resultaten op voor de levensduur van de koeien, de melkproductie en de rentabiliteit van de boerderij. Bovendien steeg het bevruchtingspercentage met 14,7%, het zwangerschapspercentage met 4,2% en lag de placentaretentie 24 uur na de bevalling 13,5% lager.